De rol van het autonome zenuwstelsel na een hersenschudding
Het autonome zenuwstelsel regelt automatisch processen zoals hartslag, ademhaling, bloeddruk en spijsvertering. Het heeft grofweg twee standen:
- Het Sympathisch zenuwstelsel: de ‘vecht of vlucht’-stand, waarin je lichaam alert en klaar voor actie is. Dit noemen we daarom ook wel het gaspedaal van ons lichaam.
- Het Parasympathisch zenuwstelsel: de ‘rust en herstel’-stand, waarin je kunt ontspannen en herstellen. Dit noemen we daarom ook wel het rempedaal van ons lichaam.
Normaal gesproken werken deze twee systemen in een fijn afgestemde balans, als een weegschaal die voortdurend bijstuurt. Na een hersenschudding kan die weegschaal echter uit evenwicht raken: het gaspedaal (de sympathicus) blijft ingedrukt, terwijl het rempedaal (de parasympathicus) minder goed reageert.
Het gevolg is dat het lichaam als het ware “aan” blijft staan. Dit uit zich in een verhoogde hartslag, gespannen spieren, prikkelgevoeligheid, slaapproblemen en moeite met ontspannen. Deze ontregeling wordt dysregulatie genoemd en komt regelmatig voor bij mensen met (aanhoudende) klachten na een hersenschudding.
Wanneer het lichaam zich continu in deze overactieve staat bevindt (gaspedaal), verbruikt het voortdurend energie om alert te blijven, wat uiteindelijk leidt tot vermoeidheid en overbelasting.
Het is normaal dat de balans tussen het gaspedaal en het rempedaal soms tijdelijk verstoord raakt, bijvoorbeeld tijdens drukke periodes op het werk of in het privéleven. Meestal herstelt het systeem zich vanzelf zodra er weer rust ontstaat. Maar als er op dat moment ook nog een hersenschudding bovenop komt, kan die bestaande disbalans verder worden versterkt, waardoor klachten langer aanhouden.
Daarom is het belangrijk om goed te kijken naar je situatie vóór en vlak na de hersenschudding.
Hoe zag je leven er toen uit? Was er sprake van rust en balans, of juist van stress, drukte en spanning? Dit inzicht is van groot belang om te begrijpen waarom herstel soms trager verloopt en welke stappen nodig zijn om het autonome evenwicht weer te herstellen.
Waarom dit samen leidt tot vermoeidheid én het gevoel van ‘aanstaan’
Wanneer het autonome zenuwstelsel ontregeld raakt, ook wel dysautonomie genoemd, blijft het lichaam in een verhoogde staat van paraatheid. De balans tussen het ‘gaspedaal’ (sympathicus) en het ‘rempedaal’ (parasympathicus) is dan verstoord. Het gaspedaal blijft als het ware ingedrukt, terwijl de rem minder goed werkt.
Daardoor blijft het lichaam voortdurend alert en actief, zelfs in rust. Dat kan zich uiten in:
- Vermoeidheid, omdat het lichaam nooit volledig ‘uit’ kan schakelen en onvoldoende herstelt.
- Hyperarousal, een gevoel van overprikkeling, spanning of gejaagdheid door aanhoudende sympathische activatie.
Het voelt vaak alsof je lichaam tegelijk op de rem én het gaspedaal staat oftewel je voelt je uitgeput maar je kan toch niet tot rust komend.
Bij de meeste mensen herstelt deze ontregeling vanzelf binnen zes tot acht weken. Maar als er vóór de hersenschudding al sprake was van stress, overbelasting of een verminderde balans tussen gaspedaal en rempedaal, kan het herstel trager verlopen. De weegschaal was dan al uit balans, waardoor het lichaam na het letsel meer moeite heeft om het evenwicht te hervinden.
Wat kun je doen?
Onderzoek laat zien dat een multimodale aanpak het meeste effect heeft:
- Educatie (geruststelling)
- Activiteiten doseren om overbelasting te voorkomen.
- Slaap verbeteren door regelmaat en goede slaaphygiëne.
- Autonome re-training via rustige ademhaling, graduele cardiovasculaire training en, bij orthostatische klachten, specifieke oefentherapie.
- Psychologische begeleiding (bijvoorbeeld leren je eigen grenzen te bewaken of ontspanningstherapie, om stressreacties te verminderen.